PACEMAKER – HIS-ABLATIE – ICD

Isala Klinieken Zwolle

Update

VAN PACEMAKER EN HIS-ABLATIE NAAR ICD

In december 2012 beloofde ik mijn mede-lotgenoten, twijfelaars over een his-ablatie, mensen met boezemfibrilleren en andere lezers van mijn blog dat er een vervolg zou komen op mijn blog ‘Bundel van His : een bizar jaar’ als er ook daadwerkelijk iets zou veranderden in mijn medische sitiuatie.  En er is het een en ander veranderd. Dus… een update!

Ik schreef toen al in de laatste alinea’s dat er mogelijk alsnog een draad van mijn pacemaker naar de linker-hartkamer moest worden aangebracht, mocht deze groter worden, omdat de pacemaker mijn hartritme 24 uur per dag alleen maar met dat ene draadje naar de rechter-hartkamer aanstuurde.

“Cardioloog Jorik Timmer zal en wil dat ook nauwgezet in de gaten houden,” schreef ik destijds. En dat heeft hij gedaan de afgelopen jaren.

Vorig jaar begon hij al te speculeren over het aanbrengen van die nieuwe draad naar de linker-hartkamer, gelet op de uitslagen van de hart-echo, waaruit bleek dat de pompkracht van het hart nog maar 30 procent was en mijn linker-hartkamer groter was geworden dan hem lief is. Maar helaas kwamen er nog meer complicaties bij.

Sterker. In januari van dit jaar kreeg ik van dr. Jorik Timmer te horen dat zich ook nog eens storingen in het ritme van mijn hartkamers hadden voorgedaan, waarover hij vervolgens uiterst bezorgd sprak.

En….. mijn aorta bleek opens 51 mm te zijn: de kritische grens schijnt 55 mm te zijn. Terwijl  mijn aorta-klep (ook) niet (meer) functioneert en in elkaar zit zoals dat bij een gezond hart wel het geval is. Het plaatje zag er dus somber uit.

Het gekke is dat ik wel alles doe. Ik loop met gemak 10 dagen achter elkaar 18 holes op de golfbaan, fiets tegen de wind in (zonder electrische ondersteuning) en nog liever met de wind in de rug, werk nog gewoon, ren trappen op en af en voel verder geen enkele belemmering of beperking.

Ik had na mijn his-ablatie immers het leven terug gekregen en kon weer alles doen en laten wat ik wilde. “Sex, drugs and rock and roll is weer mogelijk,” opperde na de his-ablatie al cardioloog dr. Jan Hoorntje, inmiddels werkzaam als hoogleraar aan de Maastricht University.

Kortom, lichaam en  hoofd gaven iets anders aan dan alle onderzoeken aan feiten opleverden.

De route die nu gevolgd zou (kunnen) worden werd ons beiden snel helder. Jorik Timmer ging met dr. Arif Elvan overleggen, de zeer deskundige ritme-cardioloog die op voortreffelijke wijze mijn his-ablatie had gedaan in oktober 2012. En voor het vervolg van het behandeltraject, het uitstippelen van de behandelroute, kwam ik in de polikliniek weer bij hem aan tafel. Dat is een zegen voor een patiënt.

De wijze waarop Arif Elvan de onderzoeksgegevens met je deelt en toelicht en de onderzoeksresultaten op het beeldscherm op ontrafelende wijze over het voetlicht brengt, verdient een groot communicatief compliment.

Een goede communicatie van arts naar patient is het allerbeste fundament voor de behandeling in de toekomst en het vertrouwen hebben en houden in de medische wetenschap. Dat wordt te vaak onderschat door artsen. Uit alle verhalen die ik de afgelopen jaren en jaren gehoord heb zijn veel artsen helaas niet de grootste communicators. Doodzonde. Het kan zoveel verdriet, ellende en onbegrip voorkomen. Sterker, het geeft het vertrouwen in de toekomst een enorme boost.

Terug naar waar het hier om gaat. Als eerste stap wordt de pacemaker nu vervangen door een ICD (Implanteerbare Cardioverter Defibrillator) en worden er twee nieuwe geleidingsdraden naar de rechter- en linker hartkamer ‘getrokken’.  Of om de cardiologische vakterm te gebruiken en ik citeer:  “Uw arts heeft vastgesteld dat u een apparaat genaamd ‘cardiale resynchronisatietherapie defibrillator (CRT-D) nodig heeft om uw hartaandoening te behandelen.” Daarbij wordt een speciale geleidingsdraad aangebracht, waarbij ik tevens word uitgenodigd om mee te doen aan een “observationeel klinisch onderzoek”. En dat doe ik graag. Want van de ervaringen van nu profiteren de patiënten van de toekomst!

Waarom een ICD?

De ingreep wordt op dinsdag 9 juni a.s. gedaan door dr. Peter Paul Delnoy. Een zeer secure cardioloog, die heel veel ervaring heeft met het implanteren en aanbrengen van pacemakers en ICD’s en geleidinsgdraden. Hij was het ook die in 2012 op uiterst plezierige en zorgvuldige wijze mijn pacemaker en de draden naar mijn rechterboezem en rechter-hartkamer heeft aangebracht.

dr. Peter Paul Delnoy cardioloog

Er is mij de afgelopen tijd herhaaldelijk gevraagd of ik er tegenop zie? Ja en nee, is dan het antwoord. Ja, omdat ik de afgelopen kleine drie jaar een prima leven heb geleid, alles heb kunnen doen wat ik wilde. Heb ook nimmer het gevoel gehad dat er iets mis was met mijn hart. Dus waarom is dit nu nodig?

Natuurlijk leefde ik met het besef, dat Jorik Timmer mij van meet af aan had ingeprent, dat de linker-hartkamer groter zou kunnen worden. Dat daarbij nog drie andere zaken (storingen in de hartkamers, een te grote aorta en een niet goed functionerende aorta-klep) opeens om de hoek kwamen kijken, heeft me wel verrast en in emotionele zin ook wel eens op het verkeerde been gezet.

“Maar,” zei een goede bekende van me, “wees blij dat je geen kanker hebt, maar malheur hebt aan je hart. Want de cardiologische wetenschap en de thorax-chirugie is de afgelopen jaren zo snel verbeterd en gegroeid dat ze ongelooflijk veel kunnen op dat gebied. En bij kanker weet je het nooit….”  En zo is het.

Waarom ik er niet tegen op zie? Ik heb vertrouwen in de mij behandelende artsen. Helemaal in de wetenschap dat de veel te vroeg overleden (2011) en mij zeer dierbare Zwolse cardioloog dr. Willem Beukema altijd heel hoog heeft opgegeven over de kennis en kunde van Arif Elvan en Peter Paul Delnoy.

Vertrouwen hebben in artsen is het allerbelangrijkste. Het kompas is gericht op de horizon van de toekomst.

Natuurlijk heb ik wel even gekeken hoe groot een ICD is in verhouding tot een pacemaker. Want een ICD is groter. De eerste schrik op 27 mei jongstleden, toen physician assistant Judith mij informeerde over zaken die ik nog wilde weten, was groot toen ze een tweetal ICD’s liet zien. Poeh. Hoe krijgen ze ‘dat ding’ erin!?

Dit is wat physician assistent mij liet zien. Links de pacemaker, rechts 2 ICD's.....

En wat kan ik allemaal nog wel en niet straks? Als alles goed gaat in ieder geval weer genieten van het leven. Genieten van de mij dierbare golfsport. Ik heb uitgebreid gesproken met iemand, die ook een ICD heeft en inmiddeels weer volop actief is in deze sport.

Dat er andere beperkingen zijn is wrang. Bijvoorbeeld het niet te begrijpen ‘verbod’ om 2 maanden geen auto te mogen rijden na het aanbrengen van de ICD. Ik heb toch nimmer een hartstilstand gehad. Heb tot op de dag van vandaag normaal gefunctioneerd en iedere dag in de auto gereden. Wetgeving??? Ik ben voorstander van preventie. Maar maatwerk zou geen overdreven luxe zijn. Integendeel. Hou zou passen bij de realiteit. Maar regel is kennelijk nu eenmaal regel in dit land.

http://www.stin.nl

En als het Centraal Bureau Rijvaardigeheids Bewijzen (CBR) in een vlot tempo mee wil werken en de gemeente waar ik vervolgens een nieuw tijbewijs met ‘aantekening 100’  moet aanvragen, een beetje snel mijn aanvraag afhandelt,  dan kan ik na 3 maanden – op 9 september – weer autorijden.

De STIN (Stichting ICD dragers Nederland) is hierbij een baken voor al je vragen . De praktische hulplijn voor ICD-dragers. Ik ga er zeker lid van worden.

Beste lezers. Ik hou u vanuit de Isala Klinieken komende week op de hoogte. En daarna – indien gewenst of noodzakelijk – vanuit huis.

“Heb vertrouw,” sprak de bekende golfprofessional John Woof ooit. Dat heb ik….. nog steeds!!

 

 

 

 

 

 

 

 

Posted in Geen categorie | 28 Comments

Meent van der Sluis (vervolg)

MEENT W. VAN DER SLUIS (DEEL 2) en ZEMBLA

Meent van der Sluis

Documentairemaker Cees Overgaauw heeft op 6 februari 2014 in Zembla Meent van der Sluis uit Assen kort en bondig en duidelijk geportretteerd in de uitzending  ‘Aardbeving in Loppersum’.

Het beeld dat daarin (opnieuw) geschetst werd over de hoge heren van de NAM, de hautaniteit  van deze olie- en gasbaronnen, zelfs nu de grond in Groningen beeft als nooit tevoren, is een teken aan de wand en Nederland onwaardig. In de afkondiging werd nog eens nadrukkelijk gezegd dat de NAM noch het Staatstoezicht op de Mijnen noch het ministerie van EZ aan deze uitzending mee wilden werken. Dat zegt veel.

http://zembla.incontxt.nl/seizoenen/2014/afleveringen/06-02-2014

De verdachtmakingen van voormalig NAM-woordvoerder Frank Duut in de Zembla-uitzending aan het adres van Meent van der Sluis, dat hij het niet op multinationals en helemaal niet op multinationals die delfstoffen winnen had voorzien, is te schandelijk voor woorden. De geschiedenis heeft Duut zelfs niet geleerd om enigerlei mate respect te hebben voor klokkenluider Meent van der Sluis.

Frank Duut vml. woordvoerder NAM

Je bent haast geneigd te denken dat ze het binnen de Asser VVD nog niet zo slecht bekeken hebben om Duut niet weer op een verkiesbare plaats te zetten voor de komende raadsverkiezingen. “Dat zag ik niet aankomen,” zei Duut op 13 november 2013 in het Dagblad van het Noorden hierover. Zoals hij ook stekeblind is geweest en gebleven voor de kennis en kunde en volhardendheid van Meent van der Sluis. Wat in de genen van een mens zit krijg je er kennelijk niet weer uit.

Zembla heeft Meent van der Sluis terecht weer even op een podium gezet waar hij hoort in de geschiedenis van de aardbevingen in Noord Nederland. En de echo van de beweringen en bewijzen waar hij in 1987 mee kwam zal nog lang nagalmen, totdat de NAM en Henk K(omt)A(lleen)M(aar)P(raten) met echte, aantoonbare daden komen.

(Zie ook mijn blog over Meent W. van der Sluis deel 1 van 3 februari 2013)

 

 

 

 

Posted in Geen categorie | Leave a comment

B&W Midden-Drenthe schaam je

Als je wat ouder wordt wind je je niet meer zo vaak op, zeggen ze. Maar er zijn soms momenten waarop die opwinding door je lichaam giert. Verbijstering, boosheid, onmacht, onbegrip en machteloosheid maken zich dan van je meester als er toch zo’n moment zich voordoet.

Ik kreeg die gevoelens, toen ik op de website van RTV Drenthe zag, hoorde en las over de negatieve reactie van het college van B&W van de gemeente Midden-Drenthe op het verzoek van de stichting Stolpersteine Midden-Drenthe. Die wil op 65 plaatsen in deze gemeente of nauwer gezegd in de voormalige gemeente Beilen, 65 van deze steentjes plaatsen als herinnering aan de verdreven en vermoorde Joodse inwoners en als herinnering aan verzetsmensen die onderdak gaven aan Joodse onderduikers.

Dat verbijsterende gevoel werd alleen nog maar versterkt toen ik vanochtend het Dagblad van het Noorden las. “Hoe kleingeestig kunnen gemeentebestuurders zijn”, om een van de retweeters van mijn verontwaardigde twitterbericht gisteravond hierover te citeren,  dit nobele initiatief de nek om te draaien. Het is de gemeente waarin ik woon en nota bene de plaats (Beilen) waar ik ben geboren en getogen. Onbegrijpelijk.

College B&W Midden-Drenthe

Voor hen die niet exact op de hoogte zijn van het fenomeen stolpersteine, in het nederlands simpel vertaald naar struikelsteentjes : in het trottoir worden kleine keitjes geplaatst met daarop een messing bovenplaat, waarin de naam gegraveerd staat van de verdreven en vergaste Joodse burgers uit Beilen. Of als extra in het Beiler scenario, de naam van de inwoners die er gewoond hebben en onderdak verleenden aan de door Adolf Hitler vervolgde Joodse medeburgers.

In de voormalige gemeente Beilen gaat het om 65 steentjes. Kosten: 20.000 €uro. Het geld kan niet het struikelblok zijn, want de stichting wil als het moet dit bij en via derden vergaren en dat zal geen probleem zijn. Nee, het college van B&W moet alleen toestemming geven om die steentjes te plaatsen omdat het op de openbare weg c.q. in het publieke domein gebeurt.

Burgemeester Jan Broertjes ontving deze week de organisatie persoonlijk, nam er een uur de tijd voor om hen uit te leggen dat ze geen toestemming kregen, omdat de gemeente met de 4 en 5 mei festiviteiten al veel deed aan herdenken en er in de gemeente al voldoende grote en kleine monumenten staan om aan de Tweede Wereldoorlog herinnerd te worden. Hij motiveerde de afwijzing ook nog als volgt en ik citeer de burgemeester bij de regionale omroep: “Zou iedereen zo’n steen wel voor zijn woning willen hebben?”

Burgemeester Jan Broertjes

Waarop de attente verslaggever van RTV Drenthe direct antwoordde met de tegenvraag: ”Dat zou je kunnen vragen natuurlijk.” Vervolgens zagen we het beeld en hoorden we de stem  van de bewoonster van een pand aan de Julianastraat in Beilen, waar de weggevoerde slachter Jacob Cats woonde en zij juicht dit initiatief alleen maar toe.

Onbegrip en ongeloof. Dat kan niet waar zijn om een afwijzing op deze gronden te baseren, dacht en denk ik. Als er nu één gemeente is in Nederland, die onlosmakelijk met onze oorlogsgeschiedenis van 1940-1945 verbonden is, dan is het wel Midden-Drenthe, omdat binnen de gemeentegrenzen het voormalig Kamp Westerbork zijn plaats had en het Herinneringscentrum zijn plaats heeft gekregen en vooral moet houden. De geschiedenis, hoe triest ook, moet ons veel leren voor de toekomst en een piketpaal zijn voor bezinning. Des te nobeler is het van de stichting Stolpersteine dat ze aan die steentjes een educatief programma en een (wandel-, fiets en/of auto) route wil koppelen.

TV item Stolpersteine (Low) mp4

Als er ergens gesold en gesjoemeld is met het historisch besef dan is het wel in de gemeente Midden-Drenthe. In Beilen zijn de gemeentebestuurders er sinds eind jaren vijftig voor verantwoordelijk dat ongeveer alle oude gebouwen, die nog enig historisch besef vertoonden, konden of moesten worden afgebroken. Een top 10 of top 20 of top 30 is daar snel van te maken.

En in de voormalige gemeente Westerbork ‘regeerde’ ooit een burgemeester die alles op alles zette om de barakken van het Kamp Westerbork af te breken, omdat dit beeld zo slecht was voor het toeristisch imago van de gemeente.

Als journalist van het Nieuwsblad van het Noorden heb ik daar menig protesterend artikel over geschreven en zelfs met behulp van politici dat tij proberen te keren. Helaas, niet gelukt. Met als gevolg dat leiding en personeel van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork nu al jaren en jaren op zoek zijn naar (restanten van) barakken van het voormalige kamp die dienst deden of nog steeds doen als duivenhok, kippenschuur, aardappelloods of andere opslagruimte.

Dirk Mulder directeur Herinneringscentrum Kamp Westerbork

Directeur Dirk Mulder van het Herinneringscentrum wees er in zijn commentaar fijntjes op dat 70 andere gemeenten in Nederland dit initiatief met warmte hebben omarmd. “Onbegrijpelijk dat juist Midden-Drenthe dit niet doet,” was zijn fijnzinnige commentaar.

Het kan toch niet zo zijn dat de nu zittende burgemeester Jan Broertjes met zijn wethouders opnieuw een historische fout begaat door de geschiedenis van de Joodse inwoners en verzetsmensen naar de vergetelheid te helpen met allerlei flutargumenten.

Ik hoop vurig dat dit college van B&W zijn standpunt richting stichting Stolpersteine herziet. Zo niet, dan is de gemeenteraad het corrigerend orgaan en kan ze eindelijk wél eens een beslissing nemen die in historisch perspectief gezien de geschiedenis recht doet en toekomstige generaties duidelijk maakt dat er in Beilen meer is (geweest) dan foute beslissingen over het vernietigen van cultureel erfgoed.

En voor de duidelijkheid. Ik ben geen lid van de stichting Stolpersteine. Ben slechts de consument van het nieuws erover en inwoner van Midden-Drenthe, waar ik nu beschaamd richting mijn journalistieke collega’s over moet praten als het over struikelstenen gaat in mijn gemeente, in het dorp waar ik ben geboren en getogen. Ik schaam me heel diep voor dit college van B&W als het niet de moed heeft om een genomen beslissing te herzien!!

 

Posted in Geen categorie | 9 Comments

Meent W. van der Sluis

Ik ontmoette hem voor het eerst in augustus 1972 op de pedagogische akademie De Eekhorst in Assen. Hij was er leraar aardrijkskunde, zoals het toen nog heette. Overigens al snel omgedoopt tot wereldoriëntatie. Meent van der Sluis was de docent. Een ietwat morsige man, met een boers uiterlijk. Slordig pratend. Maar vol humor en vooral bevlogen. Hij vertelde boeiend over zijn herkomst : Emmer Erfscheidenveen, daar hoefde je niet jaloers op te zijn. Maar hij gaf gelijk aan dat die herkomst hem had getekend. Het land van de veenarbeiders, van hard werken voor weinig geld. Ook van uitbuiting en daar moest Meent niets van hebben.

Het was de tijd dat Nederland ronkte van het democratiseringsproces en Meent liep op de De Eekhorst daarbij voorop. Niet letterlijk, maar wel figuurlijk door zijn inbreng bij discussies en tijdens zijn altijd boeiende lessen. En er was oh wonder altijd een link te bedenken met de Drentse geschiedenis en het milieu. Want dat hield Meent bezig.

We groeven met hem in de grond. Bodemlagen verkennen. Wat zegt de bodem over de mens en in bredere zin over de aarde? Meent kon er ongelooflijk boeiend over verhalen.

Tijdens mijn journalistieke loopbaan kwam ik Meent opnieuw tegen. Als politiek redacteur van het Nieuwsblad van het Noorden ontmoette ik hem geregeld op gewestelijke vergaderingen van de PvdA, wat dat was zijn politieke club. Daar zocht hij nooit het compromis, maar vlijde zich graag tegen de grenzen van wat nog net of net niet acceptabele was binnen zijn socialistische club. Hij werd bestempeld als PvdA’er ter linker zijde. Niets mis mee met dit soort luizen in de pels. Want Meent van der Sluis had geen verborgen agenda. Hij streed altijd met open vizier, was open en oprecht.

In 1987 werd Meent Statenlid voor de PvdA. Hij stal toen onder meer mijn hart door als enige van de fractie tegen de komst van de vuilverbrander bij de VAM in Wijster te stemmen. En terecht. Die vieze, vuile, rokende schoorsteen had nimmer in het hart van Drenthe mogen komen. Je ziet die blauwe rook uitbrakende pijp al van tientallen kilometers afstand. Mijn kritische artikelen en columns hierover hebben, net als het altijd schor klinkende protesterende stemgeluid van Meent, niet mogen baten. Dat kreng is er gekomen en staat er nog steeds.

Meent was 12 jaar Statenlid in Drenthe. In die tijd begon hij zich ook te roeren over de gaswinning en de volgens hem daardoor veroorzaakte bodemdaling. Daar roerde hij heftig de trom over. Terecht. Daar zijn politici voor. Maar door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en in het bijzonder NAM-woordvoeder Frank Duut werd Meent weggezet als een blaaskaak, als een schreeuwer. Meent was geograaf en volgens Duut hadden alleen geologen verstand van de ondergrond, van de bodem(daling).

Ik moest in die tijd al direct denken aan zijn ‘bodemlessen’ op De Eekhorst in de jaren zeventig. Samen met Meent graven in de grond, bodemlagen voorzichtig op zijn kant leggen en het verhaal werd vervolgens door hem verteld. Boeiend, geloofwaardig en ik vertrouwde Meent. En dat had niets te maken met het verkondigen van een geloof, maar wel met de oprechte interesse in wat de natuur ons had gebracht en wat de mens eraan had veranderd en kon veranderen.

Op 13 juli 2000 overleed Meent van de Sluis. Veel te jong natuurlijk. Zijn vrouw Trijnie, zijn kinderen en zijn vader Willem in verbijstering en omringd door verdriet achterlatend op deze aardbol.

Het is inmiddels 2013. En de NAM geeft toe dat de bodemdaling in Groningen wel degelijk een relatie heeft met de gaswinning in dit gewest. Minister Henk Kamp komt er zelfs speciaal voor uit Den Haag om met eigen ogen en eigen mond de zaak aan te zien en te bespreken.

En wat zegt ex-NAM-woordvoeder Frank Duut tegen DvhN verslaggever Willem van Hamersvelt op 2 februari: “Ik was de boodschapper. Onze geologen waren mijn geweten. (…) Maar het is niet Van der Sluis geweest, die ons op andere gedachten heeft gebracht. Dat was het KNMI. Hun seismologen concludeerden aan de hand van tal van waarnemingen dat we het verband niet langer konden ontkennen. De toenmalige directie heeft dat begin jaren negentig in een publicatie ook volmondig erkend. Maar in de uitleg was niemand geïnteresseerd. Van der Sluis had toch gelijk. Dat beeld bleef alleen maar hangen.”

Kennelijk iets gemist in de jaren negentig van Duut. Dat bevreemdt, omdat Frank Duut niet bang was om de media te bestoken met zijn visie. Anno 2013, met de kennis van nu en zijn gedrag van toen, betoogt Frank Duut tegenover Willem van Hamersvelt keihard. “De link die Van der Sluis legde tussen de aardbevingen en gaswinning bleek er toch te zijn. Maar de theorie waar hij zich op baseerde sloeg nergens op. Dat was echt onzin.”

Klokkenluiders zijn wel vaker weggezet als minkukels, als proleten, als non valeurs. Het had Frank Duut gesierd als hij wat meer empathie had getoond voor Meent van der Sluis. Als hij als goed geaard voorlichter en communicatiedeskundige zijn  bazen ten minste erop had kunnen wijzen dat Meent van der Sluis geen roeptoeter was, maar een oprecht, bevlogen en betrokken mens.

Maar Frank Duut en de NAM waren niet geïnteresseerd in deze luis in de pels. Wat dat betreft sloeg oud NvhN-journalist Piter Bergstra gisteren (2 februari 2013) de spijker op zijn kop met de volgende woorden in zijn ingezonden brief. “…wier toenmalige voorlichter Frank Duut niet ophield te beweren dat Van der Sluis geen geoloog was en dus niet wist waar hij over praatte. We weten nu dat Duut zelf van toeten nog blazen wist.”

Meent van der Sluis is helaas niet meer onder ons. Maar het zou Commissaris van de Koningin Jacques Tichelaar sieren als bij een van de eerstkomende statenvergaderingen nog even fijntjes herinnert aan Meent van der Sluis en zijn niet nalatende ijver om een directe relatie tussen de gaswinning en de bodemdaling aan te tonen. Meent W. van der Sluis verdient dat eerbetoon dubbel en dwars.

———————————————————————————————————–=

Op 12 februari j.l. schreef de zoon van Meent van der Sluis de volgende ingezonden brief in het DvhN.

 

 

 

 

Posted in Geen categorie | 12 Comments

BUNDEL VAN HIS : EEN BIZAR JAAR

Er is me de afgelopen weken herhaaldelijk gevraagd of ik de bijdragen op mijn Facebook-pagina over mijn his-ablatie niet in één keer kan en wil publiceren. Ja dat kan, op mijn blog van mijn website. En ik wil het ook wel. Hopelijk helpt het andere hartpatiënten, die in hetzelfde schuitje zitten waarin ik zat en die twijfelen over een vervolgstap in hun behandeling.

Vandaar hieronder het integrale Facebook-verhaal vanaf oktober tot en met december 2012 van een bizar verlopen jaar. De voorgeschiedenis vanaf 16 februari, want toen begon het met een ziekenhuisopname en een volkomen mislukte ablatie. Een medische misser, zo is nadien ook in het ziekenhuis door een vooraanstaand cardioloog toegegeven.

Met drie ablaties aan mijn hart in 2002, 2003 en 2008 was ik inmiddels redelijk ervaren. Maar wat er op en na die 16e februari allemaal is gebeurd…….

De maanden erna was het ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Met op 17 en 20 maart meerdere hartstilstanden.  Een pacemaker die vervolgens mijn hartritme aan moest sturen, maar niet kon voorkomen dat dat hart volop en vanaf augustus zelfs chronisch bleef fibrilleren en flutteren. Er zouden nog vele cardioversies volgen.

Een spoedeisende hartcatheterisatie op 16 oktober bracht uiteindelijk de ommekeer. Hieronder het verhaal dat zich erna heeft afgespeeld

 

Facebook-bijdrage 1  (23 oktober 2012)

Morgen, 24 oktober 2012, wordt voor mij een spannende dag. Tegelijkertijd hoop ik dat het een nieuwe (door)start naar weer een normaal leven wordt. Morgen gaan ze in de Isala Klinieken mijn bundel van His doorbranden, de zogeheten his-ablatie toepassen. Voor het geval het je interesseert, op de website van de Hartstichting kun je precies lezen wat het inhoudt.

Vanaf 1986 heb ik al last van hartritmestoornissen, van boezemfibrilleren en boezemflutteren. In 2002, 2003, 2008 en in februari van dit jaar hebben ze via ablaties geprobeerd die ritmestoornissen te verhelpen. Tevergeefs, blijkt nu. En na al die stevige ingrepen, 40 cardioversies later en een hartcatheterisatie vorige week dinsdag is de kogel door de kerk.

Ik ga voor de hisbundel-ablatie. Dit betekent dat mijn beide hartkamers voortaan permanent door een pacemaker worden aangestuurd. De gedachte daaraan heeft me vaak angst ingeboezemd. Wat als die pacemaker uitvalt? Maar heb ik een andere keus? Nee, adviseren mij de deskundige cardiologen in Zwolle. En dat vind ik zelf ook. Als het goed gaat, en daar reken ik op, krijg ik weer een rustig en regelmatig hartritme, zonder dat de hartboezems dat met hun fibrilleren of flutteren in de war kunnen schoppen.

Op internet tref je op allerlei fora lotgenoten, die op zoek zijn naar ervarings- en succesverhalen over de his-ablatie. Bijvoorbeeld bij hartpatienten.nl, bij pacemakerdragers.nl en bij het medisch forum. Er is veel onzekerheid en onwetendheid heb ik gemerkt. Je treft een paar ervaringsverhalen. Maar die zijn summier en niet erg opbeurend.Maar volgens mijn cardiologen in Zwolle kan een his-ablatie heel heilzaam werken. Daarom heb ik besloten om voor lotgenoten, voor mensen met ernstige hartritmestoornissen, die als een berg opzien tegen zo’n his-ablatie, mijn ervaringen via facebook met hen en met andere geïnteresseerden te delen. Niet wetend hoe het allemaal uit zal pakken en wat het resultaat zal zijn. Maar ik reken erop dat mijn (ervarings)verhaal een succes wordt en de ervaring positief zal zijn. Dat het leven een nieuwe (door)start kent.

Facebook-bijdrage 2  (24 oktober 2012)

Je kent het wel. Komen ze met de boodschap dat ze goed nieuws en slecht nieuws voor je hebben. En ook al kan de verantwoordelijke verpleegkundige er niets aan doen. Haar boodschap dat mijn operatie door een spoedgeval is uitgesteld komt hard aan. Haar goede nieuws: ik ben morgenvroeg om 8 uur als eerste aan de beurt. Dat wordt nog een slecht nachtje slapen.

Facebook-bijdrage 3  (25 oktober 2012)

Het was tot nu toe een pittige dag. Uiteindelijk was ik pas om half elf aan de beurt en om kwart over twaalf werd ik weer op mijn bed naar de afdeling gereden.

Maar het onomkeerbare doorbranden in mijn hart hebben ze gedaan. Met veel zorg, aandacht en precisie. Ik zal er later voor de geïnteresseerde(n) lotgenoten meer over schrijven.

Het was anders dan de vorige ablaties en tussen de oren ervoer ik het zelfs anders als toen in maart j.l. de pacemaker geplaatst werd. De 5 uur verplichte bedrust zijn er inmiddels al 9 geworden, want de wond in de slagader, waar de katheders naar binnen gingen in de lies, sprong open en dat vond niet alleen ik maar ook de verpleging heel onplezierig. De rommel is opgeruimd, het drukverband zit weer stevig vast en ik ga straks (toch) proberen even de eerste stappen te doen. Met zoveel bemoedigende woorden van jullie kant moet dat lukken, hoop ik. Dank voor al die fantastische support. Wordt vervolgd.

Facebook-bijdrage 4 (26 oktober 2012)

Ze zijn tevreden in De Weezenlanden in Zwolle. En ik ook wel. Heb na ruim 8 maanden ellende eindelijk weer een normaal hartritme. Ook al wordt het dan nu voor 100 procent aangestuurd door de pacemaker en is het hier op de foto met 99 wat aan de hoge kant. Maar de dodelijk vermoeiende hartritmestoornissen (boezemfibrilleren en -flutteren), die tot voor een aantal maanden altijd begonnen als je het net niet uitkwam en vanaf juli chronisch mijn leven beheersten – of moet ik schrijven, teisterden – behoren vanaf nu hopelijk definitief tot het verleden.

Over 6 weken weten de cardiologen, mijn pacemakertechnicus en ik meer. Want dankunnen ze op mijn pacemaker precies uitlezen wat deze allemaal (wel en niet) gedaan heeft. Dat betekent vooral dat de pacemaker 100 procent van de tijd – 24 uur per dag – moet werken en eenritme moet bepalen en bewaken. Vandaag is het onderritme ingesteld op 80 slagen per minuut in rust en het bovenritme is afgesteld op 140 slagen bij inspanning. Over 6 weken wordt het onderritme terug gebracht tot 70 slagen per minuut en 6 weken daarna nog weer eens naar 60. En de batterijheeft nog stroom voor ruim 7 jaar.

De ingreep is mij mee gevallen. Ook al heb ik er tussen de oren ongelooflijk tegenop gezien. Je ‘vernielt’ tenslotte niet maar zo iets in je hart, wat door diegene die het menselijk lichaam heeft bedacht, toch voorzichtig en bewust zo in elkaar is gezet. Het aanprikken van de liezen voor de katheders was een pijnlijke aangelegenheid. En mijn linkerlies (want daarin zijn ze allemaal de slagaders ingedrukt richting het hart) doet nog pijn, is stijf en het lopen gaat nog wat wankeltjes. Kwestie van tijd. Het branden op zich in de Bundel van His, om de geleiding tussen boezems en kamers te verbreken, viel enorm mee. Wie ooit een longvenen-ablatie in de linker hartboezem heeft gehad, lijdt vele malen meer dan deze relatief kortdurende ingreep van maximaal anderhalf uur.

pacemakerdragers.nl

hartpatiënten.nl

medischforum.nl

 

 

 

 

 

 

Waar ik op de websites van hartpatienten.nl, pacemakerdragers.nl en medischforum.nl geen echte succesverhalen kon vinden, maar alleen onzekerheid en vele vragen aantrof van mogelijke gegadigden (of wanhopigen, die niet durven) voor zo’n hisbundel-ablatie, hoop ik dat mijn verhaal zich positief zal ontwikkelen. Dat er wel een succesverhaal komt. De cardiologen in Zwolle hebben hun best gedaan. Nu mijn hart nog.

 

Facebook-bijdrage 5  (27 oktober 2012)

Dank, dank, dank voor al jullie hartverwarmende reacties. Ik ben weer thuis. Met een ritme tussen 80 en 140 slagen per minuut dat nog steeds door de techniek piekfijn wordt geregeld. Hopelijk blijft dat zo. Over de medische details voor belangstellenden en lotgenoten bericht ik een dezer dagen wel weer. Ik voel me goed en als het hart mee blijft werken, de lies minder pijnlijk en weer wat soepeler wil worden, dan kan het alleen nog maar beter worden. En daar hoop en reken ik op. Goed weekend allemaal.

Facebook-bijdrage 6 (9 november 2012) : Update his-ablatie

Ruim twee weken na de his-ablatie kennen mijn beide hartkamers inmiddels 24 uur per dag een regelmatige hartslag door m’n pacemaker. ‘Kun je er wel mee omgaan dat je hart nu kunstmatig draaiende wordt gehouden?’ en ‘Ben je niet bang dat die pacemaker uitvalt?’ zijn vragen, die ik inmiddels al heel vaak heb moeten beantwoorden. Ik kan daar heel goed mee leven en ik ben ook niet bang dat de pacemaker uitvalt. Dat ik er heel goed mee kan leven heeft een simpele, maar niet onbelangrijke reden: ik voel eindelijk die vervelende hartritmestoornissen niet meer. Door het doorbranden van de Bundel van His kunnen die foute ‘electrische’ impulsen vanuit mijn hartboezems de hartkamers eindelijk niet meer bereiken. Geen vermoeidheid en irritatie meer van dat boezemfibrilleren en boezemflutteren met hele hoge, onregelmatige hartslagen. Ik kan binnen marges weer gewoon functioneren. Ben weer aan het werk, heb vandaag weer op de golfbaan gestaan, fiets rustig door het dorp en sta niet meer boven aan de trap te hijgen als ik die net iets te snel ben opgelopen. En natuurlijk ben je wel eens moe of moet je even een dagje bijkomen. Maar dat heeft meer met de aard van het beestje te maken dan met de ingreep en het pacemaker-ritme.

‘Hoe hoog is je hartslag nu?’ is ook een veel gestelde vraag. Mijn pacemaker is voorlopig ingesteld op een onderritme van 80 slagen per minuut en een bovenritme van 140. Over 4 weken gaan ze dat onderritme verlagen naar 70 en over 10 weken naar 60 slagen per minuut. Als alles goed gaat natuurlijk en daar ga ik vanuit.

Deze nieuwe ritme-realiteit is heel wat anders dan het chronische flutteren en fibrilleren, waarbij de hartslag in rust niet meer onder de 100 kwam. En bij vorstelijke aanvallen van fibrilleren vloog die hartslag in het verleden in rust gemakkelijk naar 200. Dodelijk vermoeiend en zowel fysiek als mentaal behoorlijk belastend. Dat nieuwe ritme wordt niet bepaald door de inspanning die ik verricht maar door de beweging die ik met het lichaam maak. Het ritme wordt bepaald door de zogeheten bewegingssensor, die er in zit. Vraag me er geen details over, maar zo heb ik het me uit laten leggen. Een echte deskundige zal vast een beter verhaal hebben. Maar belangrijk voor mij is dat het werkt.

Bang dat de pacemaker uitvalt ben ik niet. Die kans is net zo groot als dat ik in een vliegtuig zit dat naar beneden stort. De zeer deskundige pacemaker-technici in Zwolle hebben mij bij mijn ontslag uit het ziekenhuis verteld dat er nog voor 7 jaar stroom in de batterij zit.

Er is gelukkig wel een nieuwe ontwikkeling, waarover ik deze week al op Facebook berichtte. Daarbij wordt door de hartslag stroom opgewekt die in de ‘accu’ van de pacemaker kan worden opgeslagen. Het grote voordeel daarvan is dat ze je niet om de zoveel jaar hoeven open te snijden en de pacemaker door een kostbaar nieuw exemplaar te vervangen. Want zo werkt het tot nu toe. Met name als je op jonge leeftijd een pacemaker krijgt weet je dat je om de zoveel jaar aan de beurt bent. Het zou een zegen zijn als die ontwikkelingsfase snel werkelijkheid wordt.

Gelukkig kun je, als je de zaak niet vertrouwt, naar het ziekenhuis bellen en meten ze de pacemaker bijna altijd diezelfde dag nog door. In ieder geval de volgende dag. Anders gezegd: de back-up service van De Weezenlanden in Zwolle is heel goed. Niet onbelangrijk als je voor je hartslag afhankelijk bent van zo’n ‘machientje’.

Er is nog een voordeel. Ik ben druk bezig met het afbouwen van bijna alle medicijnen. En ik slikte er nogal wat op een dag, was bijkans een rijdende apotheek. De flecaïnide (ook wel vaak aangeduid als tambocor, dit voor de kenners) hoefde ik al direct niet meer in te nemen. De metropolol (ook wel vaak benoemd als selokeen) zit in de afbouwfase en kan ik over een week stoppen. Dat scheelt heel wat rommel in je lijf en rust voor nieren, lever en maag.

Ik voel me voorlopig opgelucht en ben blij dat ik na veel twijfel toch heb ingestemd met de his-ablatie. Alhoewel ik feitelijk ook geen andere keus meer had.

dr. Jorik Timmer

Het vertellen van mijn ervaringen op Facebook heeft er ook voor gezorgd dat lotgenoten met veel vragen en opmerkingen kwamen, per telefoon of per mail. Hun onzekerheid kan ik begrijpen. Heb er zelf ook heel lang mee rondgelopen. “Tenslotte doe je iets onomkeerbaars in je hart,” zei cardioloog dr. Jorik Timmer tegen mij.

En wie ook onze schepper is, hij of zij heeft het mensenhart niet voor niets bedacht dat dit uit twee boezems en twee kamers moet bestaan en dat die ook nog samen moeten werken en aan elkaar geketend zijn via die Bundel van His.

Gelukkig is de medische wetenschap en de cardiologische kennis de afgelopen tientallen jaren met sprongen vooruit gegaan, weet ik uit eigen ervaring. Mogelijk dat mijn ervaring en deze bijdrage op Facebook mijn lotgenoten kan helpen om voor de toekomst ook een juiste beslissing te nemen. Toegegeven, ruim twee weken ervaring is natuurlijk niets op de schaal van een mensenleven. Maar ik blijf er de komende tijd op gezette tijden over berichten. En heb je vragen, mail of bel gerust.

Ik wens hen in ieder geval dat ze terug kunnen vallen op de wijsheid en deskundige adviezen van cardiologen, zoals ik die in de personen van dr. Jan Hoorntje, dr. Arif Elvan en dr. Jorik Timmer heb gehad en blijf houden. Want zonder hun deskundigheid, hun kennis van zaken en een adequate monitoring van wat er zich allemaal in mijn hart afspeelde en gaat afspelen de komende maanden en jaren, zou ik me zeer onzeker voelen.

dr. Arif Elvan

Facebook-bijdrage 7 (13 december 2012)

Update voor his-ablatie volgers.

Vandaag was het de dag dat mijn pacemaker-technicus de eerste grote test zou doen om te kijken of Arif zijn werk goed had gedaan. Mijn cardioloog Jorik Timmer moest daarna zijn kennis bevestigen wat via de computermuis van de PM-computer was vastgelegd en wat het vervolgtraject zou zijn. De PM-technicus stelde me na een paar minuten al gerust met de mededeling dat technisch gezien alles nog volgens plan werkte. Mijn hartslag in rust – ingesteld op de pacemaker – was nog steeds 80 slagen per minuut en de loze draad van de pacemaker die sinds 20 maart van dit jaar in mijn rechterhartboezem ligt (maar geen functie meer heeft na de his-ablatie) gaf aan dat mijn boezems chronisch aan het fibrilleren en flutteren waren sinds die 24e oktober. Maar daar heb ik God zij dank niets meer van gevoeld. Bij het uitzetten van de pacemaker kelderde mijn hartritme ogenblikkelijk naar onder de 30 slagen per minuut, waaruit volgens de PM-technicus bleek dat Arif Elvan alle ‘draadjes’ van die hisbundel goed had doorgebrand.

Ondanks een forse conditionele achterstand ten opzichte van 2011 – de inhaalslag moet nog gemaakt worden, daar werk ik inmiddels aan en die inzet krijgt na de jaarwisseling een upgrade – voel ik me als herboren. Kan alles weer.

dr. Jan Hoorntje

Of zoals cardioloog Jan Hoorntje na mijn hartcatheterisatie op 16 oktober j.l. al zei, vooruitblikkend op het resultaat na de his-ablatie: “Als het goed is moeten seks, drugs en rock and roll geen probleem meer zijn.” Een fraaie uitspraak. Hij heeft gelijk gekregen, tot op heden. Voel geen moeheid meer na een inspanning en ben bevrijd van dat chronische gebonk van mijn hart in mijn borstkas. Tuurlijk is er wel eens een dag dat je denkt: poeh, wat ben ik moe. Maar dat schijnen mensen zonder hartgebreken ook te hebben. En heel soms voel ik die boezems nog wel eens als ik op mijn linkerzij lig in bed, in de stilte van de nacht, waarin alles altijd erger lijkt dan het is.

Fysieke beperkingen zijn me niet opgelegd. Tijdens een uitgebreide test op 21 november bij Sportgeneeskunde in De Weezenlanden bleek de conditie nog niet al te best, zo constateerden sportarts Aernout Snoek en cardioloog Jesse Jongman. Maar met een door hen opgesteld gericht conditieprogramma kan ik de komende tijd aan de slag om die te verbeteren. Waarbij wel de tip werd gegeven dat het niet zo slim is om in de kopgroep te mee te willen doen maar lekker in de slipstream van het peloton mee te draaien. Dat kost in hun ogen al energie voldoende. Ik ga mijn best ervoor doen.

Goed, terug naar de realiteit van vandaag. De PM-technicus heeft vandaag het kunstmatig ingestelde hartritme terug gebracht van 80 naar 70 slagen per minuut als ondergrens. En als ik hier goed op reageer dan wordt op 7 februari 2013 het ritme nog een keer in tempo teruggebracht naar een ondergrens van 60 slagen per minuut. Met een bovengrens van 140 moet ik dan via de pacemaker-sensoren, die reageren op beweging en ademhaling, een hartritme kunnen produceren dat niet afwijkt van ‘normale’ harten. Mocht ik me er toch niet lekker bij voelen dan direct Zwolle bellen en je wordt geholpen.

Alle sombere verhalen op hartpatiënten.nl, pacemakerdragers.nl en medischforum.nl over de his-ablatie ten spijt, ben ik blij de beslissing genomen te hebben om het wel te (laten) doen. Met daarbij wel de ruggensteun van de deskundigheid in Zwolle uiteraard.

Extra alertheid is bij mij wel geboden, omdat mijn hartkamers slechts door één draad vanuit de pacemaker worden aangestuurd en normaliter dit met twee draden gebeurt. Bij mij ligt er alleen een draad in de rechter-hartkamer, maar mocht de linker-hartkamer toch groter worden (de technische details zal ik jullie besparen) waardoor het toch noodzakelijk is om alsnog een tweede draad naar de linker-hartkamer te trekken, dan gaat dat ook gebeuren. Dit hier zo in een paar woorden opschrijven is gemakkelijker dan de ingreep zelf. Maar of het gaat en moet gebeuren moet de toekomst uitwijzen. Daarvoor wordt mijn hart extra goed gemonitord via een hart-echo. Cardioloog Jorik Timmer zal en wil dat ook nauwgezet in de gaten houden. Daar vertrouw ik op.

Vooralsnog eindig ik dit bizarre jaar qua gezondheid met een majeur gevoel. En dat wil ik graag zou houden en gun ook alle andere lotgenoten met dat hinderlijke boezemfibrilleren en –flutteren eveneens een gezonde toekomst, maar bovenal veel wijsheid om met hun eigen cardioloog de juiste toekomstroute uit te stippelen. Ik ben er met vallen en opstaan gekomen. Mijn route naar de ingreep werd noodgedwongen tijdens de rit bepaald. Maar ben wel blij dat ik ben waar ik nu ben.

Geweldige bijkomstigheid is dat ik dagelijks geen handvol pillen meer hoef te slikken met  de namen codarone, metropolol, sotalol, flecaïnideacetaat/tambocor of verapamil. Bloedverdunners en 5mg fosinoprilnatrium per dag is voldoende. En………. twee glaasjes wijn. Proost op fijne feestdagen en voor een ieder een gezond 2013 gewenst!!!!!

Henk ten Oever, 19 december 2012

 

Posted in Geen categorie | 125 Comments

RTV Drenthe RTV Noord DvhN

Het Dagblad ven het Noorden en daarvoor het Nieuwsblad van het Noorden kennen een lange traditie om op gezette tijden de regionale omroepen in Drenthe en Groningen op een hinderlijke subjectieve manier te volgen. Voorop gesteld, ik ben voor het kritisch journalistiek bejegenen van omroepen die met publiek geld gefinancierd worden. Maar dat is wat anders dan met niet aflatende scepsis te schrijven over regioradio en regionale televisie in beide provincies. Hoe anders zijn zinnen te verklaren als “De kogel is nog niet door de kerk, het kanon is al wel geladen: RTV Noord en RTV Drenthe moeten samenwerken waar dat kan”. Vrijdag 29 juli j.l. stonden ze in dat DvhN.

Doet dat pijn? Een beetje. Ik ben altijd voor samenwerken en het zoeken van slimme combinaties. Maar als het gaat om de eigen identiteit van een provincie, van mensen die er wonen, dan is er meer dan het heilige samenwerken.

Kan ik er over oordelen c.q. mag ik mij er een mening over aanmatigen? Ik denk van wel. Tenslotte heb ik zowel bij het Nieuwsblad van het Noorden (1977 – 1985) als Radio Noord (1985 – 1988, toen nog voor Groningen en Drenthe) als RTV Drenthe (1988 – 2000) gewerkt. Kortom, ik heb in al deze journalistieke keukens niet alleen kunnen kijken, maar ook gezien hoe de ingrediënten worden klaar gemaakt en opgediend. En ik kan beoordelen wat samenwerking tussen beide omroepen op kan leveren.

Afgelopen vrijdag 29 juni pakte het Dagblad van het Noorden weer eens uit door de focus te leggen over de in hun ogen kennelijk niet meer te voorkomen samenwerking tussen RTV Drenthe en RTV Noord.

“‘Noord’ en ‘Drenthe’ kunnen er niet meer onderuit” luidde de kop. Met als aanvullende zinnen in de lead: “Regio-omroepen moeten samenwerken, maar waar eindigt dat? In één complex?”

God verhoedde dat laatste. Er is in Drenthe eind jaren zeventig, begin en halverwege jaren tachtig niet voor niets lang en hard gevochten om voor dit gewest een eigen omroep te krijgen. In December 1987 werd ik als toenmalig wnd. programmaleider van Radio Noord door het bestuur van Stichting Omroep Drenthe benaderd met de vraag of ik als leidinggevende de Drentse omroep programmatische en journalistieke vorm en inhoud wilde geven. Een kans die ik als geboren Drent en als warm voorstander van een eigen omroep voor deze provincie graag op mijn schouders nam.

En niet zonder succes. Binnen een jaar na de start op 1 januari 1989 was Radio Drenthe qua marktaandeel en luisterdichtheid de best beluisterde regionale omroep van Nederland. Daarmee werd het altijd zeer populaire Radio Noord, jaren lang koploper bij deze luistercijfers, direct van de koppositie verdreven. Door jonge, enthousiaste en gedreven radiomakers van Radio Drenthe. Medewerkers die de provincie kenden, die vol passie en overgave alle uithoeken van de provincie opzochten om hun  nieuws te vergaren. Medewerkers die op betrokken en begripvolle wijze Drentse mensen en Drentse zaken kritisch onder de loep namen en het imago van Drenthe als eigenzinnig en eigenstandig gewest een flinke push gaven. Zo hoorde het en zo hoort het eigenlijk nog te zijn.

De jaren daarna behield Radio Drenthe die koppositie gedurende 10 jaar tijd, met slechts één keer een onderbreking van 3 maanden, toen de collega’s van Radio Noord deze positie opeisten. Marktaandelen van boven de 30 procent waren geen uitzondering. Waarbij ik wel direct de kanttekening maak dat de concurrentie op de radiomarkt toen niet zo groot was als nu.

En de kijkcijfers van TV Drenthe logen er ook niet om tussen 1995 en 2000. Geregeld op nummer één van alle regionale tv-stations en met forse marktaandelen en kijkdichtheid in de provincie en overigens ook daarbuiten goed bekeken.

Terug naar het Dagblad van het Noorden van 29 juni j.l. en de analyse die daarin gemaakt wordt. De gepubliceerde cijfers kloppen. Het is voor de Drentse omroep schrijnend te moeten constateren dat RTV Noord die goede cijfers van de jaren negentig heeft voortgezet. In vergelijking met de collega’s van RTV Drenthe komen die laatste er maar povertjes af. Ze hebben nog maar net iets meer dan de helft van het aantal kijkers en luisteraars dat RTV Noord heeft. Waarbij die laatste geweldige cijfers vertoont met een marktaandeel van 30,3 % bij radio en bij televisie van 27 procent. Chapeau.

Is dat verwonderlijk? Nee. RTV Noord maakt al jarenlang voortreffelijke radio- en tv-programma’s. De reikwijdte en kracht daarvan strekt zich uit tot over de provinciegrenzen. Ik ben bijna geneigd te schrijven dat wat Drenthe in de jaren negentig bood voor Noord Nederland, RTV Noord dubbel en dwars heeft overgenomen. Daar mogen ze in de Mediacentrale ook terecht trots op zijn.

De radio- en tv-zender en internetpagina zijn zo goed Gronings gemaakt, ruiken Gronings, ademen een zo typische Groningse regionale sfeer uit dat het naadloos aansluit bij de beleving en nieuwsgierigheid van de inwoners van deze provincie, maar ook van mensen in de randgebieden in andere provincies.

RTV Drenthe heeft wat dat betreft vanaf 2000 jaar in jaar uit programmatische, journalistieke steken laten vallen. Om over de managementkwaliteiten van directie en journalistieke leiding en een goed afgestemde politieke antenne richting het provinciaal bestuur nog maar te zwijgen.

Juist in die programmatisch, journalistieke hoek heft RTV Noord de slag gewonnen door kwaliteit met een eigen, herkenbare Groningse kleur en geur te blijven leveren. Herkenbaarder voor en over deze provincie kan haast niet.

Is het toeval dat de huidige hoofdredacteur de eerste stappen van zijn journalistieke loopbaan zette op de burelen en achter de microfoon van Radio Drenthe?

De Drentse omroep mag zich dat aantrekken. Met de komst van directeur-hoofdredeacteur Dink Binnendink is er wel een vakman gekomen, die weet wat het maken van regionale radio en televisie inhoudt en hoe je geworteld moet zijn in de provincie. Je moet streek en stad en de mensen die er wonen en werken kennen. Je moet weten wat de Drenten beweegt. Je moet weten wat iedereen, van ambachtsman tot beslisser, moet willen horen, zien en lezen op de regionale radio, televisie en de website van de omroep.

Daar ligt voor hem de gigantische en dankbare taak om dat met goede journalistieke, programmatische medewerkers (sic) weer waar te gaan maken. De enigen die aan kunnen tonen dat Drenthe die eigen omroep waardig is zijn de medewerkers zelf. Ze dienen vakmanschap te combineren met liefde en achting voor het gebied waar ze het politiek, economisch en maatschappelijk relevante nieuws moeten vergaren. Maar ze dienen tegelijkertijd mede de motor te zijn voor een goed cultureel klimaat en daarvoor stimulansen uitdragen. Een omroep die dat waarmaakt verdient ten volle de politieke en financiële steun van de provinciale politiek en zal die ook krijgen en houden. Daar ben ik zeker van.

Een fusie tussen RTV Drenthe en RTV Noord zou dramatisch zijn. Dan wordt de omroep, weet ik zeker  - afgaande op de geschiedenis en de eigen ervaring bij een Gronings/Drentse omroep (het ‘oude’ Radio Noord) en een Gronings/Drentse krant (het voormalige NvhN en huidige DvhN) – weer vanuit De Stad geregeerd. Hoe mooi de worsten ook zijn die worden voorgehouden met een eigen studiocomplex in Drenthe. Met stenen bouw en behoud je geen eigen identiteit.

Groningers en in het bijzonder Stadjers praten altijd met enig dedain over Ommeland en over de Drenties, hoe fout dat laatste word ook is gekozen door hen. Die houding en wijze van denken alleen al is de valkuil voor één omroep voor beide provincies.

In Drenthe wonen Drenten die een eigen Drentse omroep verdienen.  Alleen zullen de huidige medewerkers daar gans anders en journalistiek, programmatisch onderscheidender moeten gaan werken dan ze de afgelopen 10 tot 12 jaar hebben gedaan. Er moet weer een goede Drentse eigen geur om die omroep heen hangen. Je moet er niet omheen kunnen. Je moet er naar willen luisteren en kijken. Als je de website van RTV Drenthe niet hebt gezien kun je niet meepraten en blijf je verstoken van het laatste, actuele nieuws uit je eigen stad en streek.

Als de medewerkers goed geworteld zijn in de Drentse samenleving, weten wat er speelt en leeft in hun eigen woonomgeving, de passie op kunnen brengen om weer echte Drentse programma’s voor en over Drentse en aan Drenthe gerelateerde zaken te maken, dan is een zelfstandige toekomst gewaarborgd. Dan kan de provinciale politiek als geldschieter er niet omheen. Nu niet en in de toekomst niet.

Het DvhN ontneem je daarmee ook gelijk de kans om weer van die eigenaardig getoonzette berichten te schrijven over de regionale omroep in Drenthe, met zinnen als “In de verte gluurt toch die ene organisatie”.  Maar zo lang die kwaliteit van de programma’s achter blijft zal het geschrijf en politieke gekrakeel over een fusie niet uitgeband worden.

Kortom, de Drentse omroep heeft haar lot in eigen hand!

——————————————————————————————————-

NB: Op 26 april 2010 organiseerde de Noordelijke Pers Sociëteit in het studiocomplex van RTV Drenthe een discussiebijeenkomst met als titel “RTV Noord Noord Nederland. Fusie : fictie of feit”.

Het verslag ervan vindt u op de webpagina http://www.noorderperssocieteit.nl/events/20100426/

 

 

 

 

 

 

Posted in Geen categorie | Leave a comment